“Ik vroeg destijds aan toenmalig zaakvoeder Hans Nollet of dat zomaar kon: pal naast een school een bedrijf uitbouwen dat zou leiden tot steeds meer stof- en lawaaihinder en continu op- en afrijden van vrachtwagens.”
In de loop van de jaren zou Declercq die vraag nog vaker stellen. Keer op keer werd hij gesust, maar hij zag dat steeds meer en grotere vrachtwagens het terrein op reden. Naarmate de bezorgdheid groeide, begon hij zich te informeren over de gevaarlijke verkeerssituaties.
“Toen het bedrijf in 2020 weer een nieuwe vergunningsaanvraag indiende, vroegen we de documenten op omdat we wilden weten wat de impact zou zijn op de veiligheid van de schoolomgeving en de leefbaarheid van het dorp”, zegt Declercq.
Toen pas kwam hij erachter dat er gevaar is voor stofexplosie en dat negen jaar eerder, in 2011, een risicoanalyse was opgemaakt. Een explosie kan zich voordoen wanneer stof en lucht in een bepaalde verhouding aanwezig zijn en er een ontstekingsbron aanwezig is.
De situatie van het bedrijf werd in de studie naar stofexplosie precair genoemd wegens de nabijheid van de school. “We stelden vast dat een en ander niet leek te kloppen. Zo vermeldde de risicoanalyse dat het klooster leeg stond, terwijl er zich onder andere een klas en een slaapruimte bevonden voor de kleuters.” Het plaatsbezoek was tijdens de paasvakantie gebeurd en op dat moment waren geen kinderen aanwezig.